Elektropraktijk 5 - 2023

#5 oktober 2023 31 (H)erkennen Stel je eens voor je bent architect, een adviseur of een opdrachtgever en je wilt praten over licht in je project. Wat zijn dan de selectiecriteria waarop je kiest en hoe kun je de verschillende personen met wie je spreekt inschatten? Iedereen kan lichtadviseur op zijn visitekaartje zetten maar de vragende partij kan de aanwezige kennis en vaardigheden moeilijk inschatten. Laten we een voorbeeld uit een nabij gelegen beroepsgroep gebruiken. Een particulier welke een huis wil laten bouwen kan kiezen uit een aantal mogelijkheden. Hij kan naar een aannemer gaan en uit het standaard aanbod een woning kiezen en deze aan zijn wensen laten aanpassen. Of hij kiest voor een architect welke de opdracht krijgt voor het ontwerp. Zowel de aannemer als de architect gebruiken de elementen steen, beton en hout maar te verwachten valt dat er bij de architect een origineler voorstel zal worden ontworpen. Men verwacht ook dat er van een architect een creatiever voorstel komt en dat er verder wordt doorgedacht. Niet iedereen mag zich architect noemen want er zijn opleidings- en ervaringseisen en daarnaast is de titel wettelijk beschermd. Door in het architecten register te kijken kan men controleren of een persoon welke zich architect noemt ook werkelijk aan de criteria voldoet. Hiernaast hebben we nog de beroepsverenigingen zoals de BNI en de BNA welke ook bepaalde inschrijvingseisen hebben waaronder in ieder geval een inschrijving in het register. De particulier in ons voorbeeld heeft dus de mogelijkheid om een aantal zaken te verifiëren en is beter in staat een onderling vergelijk te maken. Hoe kunnen we ons licht vak verder professionaliseren en onze klantengroepen laten zien dat we veel kennis en kunde in huis hebben? Ook om ons te onderscheiden van de resterende partijen kan het commercieel interessant zijn om na te denken over een duidelijke profilering en dit ook naar deze groepen te communiceren. Tegen vakbroeders vertellen dat we allemaal goed bezig zijn is belangrijk maar hierdoor gaat de schoorsteen niet roken! Kijken we nog even verder naar de manier waarop de architecten (maar ook advocaten en psychologen) het geregeld hebben. Opleidingen: het kunnen aangeven dat er een bepaalde studie of cursus gerelateerd aan licht is gevolgd geeft aan dat er een bepaalde hoeveel kennis aanwezig is. Ervaring: is iemand die net een diploma op zak heeft capabel om complexe lichtontwerpen te maken? Het is een proces van eenvoudig beginnen om ervaring en kunde te kunnen opbouwen. Het kost minimale 3 jaar om alle valkuilen eens meegemaakt te hebben. Hieruit voortvloeiend is het van belang meer te weten over het soort projecten welke iemand in deze tijd heeft begeleid. Zijn het veel verschillende soorten projecten geweest of is het vaak een herhaling van zetten. Als iemand aan deze criteria voldoet kan deze zonder enige schroom lichtadviseur om zijn kaartje zetten en is een goede gesprekspartner voor diverse partijen. Maar vergeleken met een niet opgeleide en onervaren lichtadviseur kan hij niet tonen hoe professioneel hij is. Nu komen lidmaatschappen en registers om de hoek kijken. Betrokkenheid kan worden getoond door het lidmaatschap van de NSVV en eigenlijk zou iedere professional hier lid van moeten zijn. Is men ook internationaal bezig dan zijn er partijen zoals de IESNA, CIBSE, IALD en ELDA. Persoonlijke registrering en ontwikkeling kan getoond worden met een punten systeem zoals het Amerikaanse NQLP. Deze instelling heeft een test welke vier jaar geldig is en aangeeft dat er een bepaalde kennis aanwezig is. Geslaagden mogen de letters LP (light professional) achter hun naam zetten en moeten dit onderhouden door beursbezoek, seminars of weer een examen na vier jaar. De lijst van LC-ers is via een website te bekijken. Inmiddels hebben we in Nederland een soortgelijk systeem met de naam lichtregister. Neem maar eens een kijkje! Berry van Egten berry@berluxlichtarchitectuur.nl 0 C l u m n a m

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=