Elektropraktijk 4 - 2024

#4 september 2024 35 o C l u m n Kedeng, kedeng Bij het maken van lichtontwerpen voor musea of voor winkels heb je te maken met een aantal factoren. Bijvoorbeeld met de sterke wens dat de ruimte flexibel kan worden gebruikt. In een winkel zal er regelmatig andere producten aangelicht worden en helemaal bij een museum waar geregeld een nieuwe expositie zal plaatsvinden. De ruimte zal dan opnieuw worden ingericht en dat geldt ook voor de verlichting. In het advies zal dan ook goed geïnventariseerd dienen te worden wat de opdrachtgever met de ruimte zal willen, wat is de gewenste mate van flexibiliteit en welke sfeer dient er gecreëerd te worden. Voor een winkel kan er bijvoorbeeld een raster van inleg paneeltjes worden gekozen. De regelmatige lezer van mijn columns weet dat ik geen echt fan ben van deze producten. Maar wil je een goedkopen en algemene verlichting die ook nog eens lekker sfeerloos is dan kun je voor deze oplossing kiezen. De uitstraling is vaak prima voor winkels met een low-budget imago. Een andere variant is het plaatsen van een patroon van inbouwspots. Hiermee kan het licht geleid worden naar de gewenste vlakken om dingen aan te lichten. Deze oplossing is al wat meer interessanter vanwege het spel van schaduw en licht. Wel oppassen om niet een gatenkaas van het plafond te maken. Het goed nadenken en kiezen van de posities van de inbouwspots is zeer belangrijk. Eénmaal geplaatst kan er niet meer veranderd worden. Het lichtadvies met de meeste flexibiliteit is de oplossing met spanningsrails. Door een grid aan te leggen van waaruit op een willekeurige plek een spot kan worden ingeprikt is erg handig. In de betere winkels en in musea is dit een veelgebruikte toepassing. De rail kan aan staaldraden hangen, opgebouwd worden of zelfs ingebouwd zijn in het plafond. Kijken we naar de rails dan zijn er diverse producten en toepassingen. Bij de gependelde varianten is het ook mogelijk om licht te richten naar het plafond. Dit kan door spots maar vanuit het railprofiel. Er kan een volledige indirecte basisverlichting worden gemaakt met dit type met mogelijkheden om de kleurtemperaturen aan te passen en zelf met kleuren te werken. In de rail zelf kunnen waar nodig de spots worden geklikt, kies je voor een 3-fase rail dan kan je kiezen uit duizenden merken en prijscategorieën. Een andere variant is de Dali-rail (of de DMX -rail) waar in een rail profiel twee aders gebruikt worden voor het stuursignaal. Of, erg populair momenteel, je kiest de standaard 3-fasen rail en bedient de spot draadloos, bijvoorbeeld met Casambi of Zigbee. De draadloze varianten hebben verder als voordeel dat de bediening van de verlichting eenvoudiger is te configureren. Maar alles hangt af van het project en de wensen, het blijft altijd maatwerk. Bij musea bijvoorbeeld kan er de eis zijn dat op iedere spot een dimmer zit die met een knop op de spot bedient moet worden. Dit is handig voor degene die gaat uitlichten, staand op een trapje is het draaien aan een knop makkelijker dan klooien met een smartphone. En wat wordt het advies wanneer er ook nog een lichtregelsysteem moet worden toegevoegd? Maatwerk dus en probeer je te verdiepen in de werkprocessen van de opdrachtgever om het beste advies te geven. Veel gepraat over rails, ik ga de trein ook maar eens nemen. Kedeng, kedeng! Berry van Egten berry@lightingdesignacademy.org

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=