#3 juni 2024 14 o S l a r e v e n t Het gevaar van stekerbare zonnepanelen Stekerbare zonnepanelen zijn populair. Geen wonder. Een zonnepaneel plaatsen zonder de installateur in te hoeven schakelen is aantrekkelijk en maakt het installeren eenvoudig. Maar het idee dat de steker in een willekeurige contactdoos kan worden gestoken is een misverstand. Het is verplicht om ook een stekerbaar zonnepaneel op een aparte eindgroep aan te sluiten. En dat is iets wat lang niet alle webshops melden. En veel leveranciers van de panelen laten deze informatie, soms bewust en soms onbewust, achterwege. Tekst: Gerrit Tenkink Foto: Maria Godfrida, Clker oost de Koning is adviseur Energietechniek bij Schneider Elecric. Hij ziet het, als lid van diverse aan dit onderwerp gelieerde normcommissies, als zijn taak om het onderwerp aan de kaak te stellen. “Dat een zonnepaneel moet worden aangesloten op een aparte eindgroep is bij de meeste installateurs wel bekend, maar toch gebeurt het niet altijd. Het gevaar is overbelasting of het onder spanning staan van de apparatuur die op dezelfde eindgroep is aangesloten. Als de consument een stekerbaar zonnepaneel koopt, dan ligt het voor de hand dat hij hem op een willekeurige contactdoos aansluit. Het is maar zelden dat op de eindgroep alleen dat specifieke stopcontact is aangesloten. Kortom, met die eindgroep zijn meerdere apparaten verbonden en dat zorgt voor onveilige situaties”, aldus De Koning, die zich niet als enige bezighoudt met dit onderwerp. Ook de NVWA en NEN zijn bezig om te kijken hoe ze dit onderwerp beter onder de aandacht van de installateur en de consument kunnen krijgen. NEN 1010 is de norm voor elektrische laagspanningsinstallaties en in de norm worden ook eisen gesteld voor zonnepanelen en de bijbehorende aansluitingen. Maar welke regels uit NEN 1010 gelden voor elektrische installatie die door zonnepanelen met een 230Vac steker worden gevoed? Bepaling 551.7 stelt aanvullende eisen voor installaties waarin de opwekeenheid parallel aan het openbare of een daarmee vergelijkbaar verdeelnet mag werken. In NEN1010:2020 staat het zo omschreven: 551.7.1 Wanneer een opwekeenheid wordt gebruikt als een aanvullende voedingsbron parallel aan een andere bron moeten de bescherming tegen thermische effecten volgens hoofdstuk 42 en de bescherming tegen overstroom volgens hoofdstuk 43 onder alle omstandigheden effectief blijven. En deze bepaling betekent dus dat ook zonnepanelen moeten worden aangesloten op aparte eindgroepen. Brandgevaar De Koning verduidelijkt wat de risico’s zijn aan de hand van afbeelding 2. “Wanneer een zonnepaneel op een contactdoos wordt aangesloten van een bestaande groep dan bestaat het risico op overbelasting van de installatie. Zeker in oudere woningen waar smeltpatronen de installatie beveiligen en de installatiebuizen zijn aangebracht in wanden met isolatiemateriaal.” Een PV-omvormer moet aangesloten worden op een separate eindgroep in de installatie volgens bepaling 551.7.1. Schema overbelasting van de wandcontactdoos. J
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=