Elektropraktijk 4 - 2023

ACHTTIENDE JAARGANG SEPTEMBER 2023 # 4 Verlichting NSVV: ‘Intelligent lighting biedt grote kansen voor installatiemarkt’ PV-installaties Brandjes blussen en daarna dweilen met de kraan open Rapport Lichte krimp, goede vooruitzichten USP Branding van verlichting ONAFHANKELIJKE PRAKTIJKINFORMATIE VOOR DE ELEKTROTECHNISCHE BRANCHE €15,00

Ontdek de multifunctionele inbouwdoos MD4050 met verstelbare bodem en 16, 19 en 20 mm buisinvoer. Deze staat voor minder afval, sneller werken en een beter resultaat. Voorzien van goede klemmings- en bevestigingsmogelijkheden en een draaibare ring. Deze MD4050 versnelt niet alleen de werkzaamheden, maar zorgt er ook voor dat het stucwerk niet beschadigd wordt. Bovendien past de MD4050 in iedere situatie, wat het werken met verschillende inbouwdozen overbodig maakt. Dat is nog eens handig! to.abb/avZUPa4_ Samen elektrificeren we Nederland. — Multidoos MD4050 Eén inbouwdoos voor alle toepassingen

0-50W 0-150W 0-500W 1 2 3 4 5 6 Led vermogen Geschikt voor wisselschakeling Geruisloos dimmen Geschikt voor alle A-merken afdekmateriaal Bescherming tegen overbelasting en stoorsignalen Optimale dimbaarheid en lichtstabiliteit

#4 september 2023 4 o l u m n C i n Bliksem de baas Het zal u niet zijn ontgaan: we hebben te maken met extreem weer. Het nieuws werd rond het schrijven van deze column gedomineerd door hagelstenen zo groot als tennisballen (Gardameer), overstromingen (Scandinavië) en extreme hitte (Zuid-Europa). Zoemen we in op Nederland, dan herinneren we ons de overstromingen in Limburg van 2021. Zó extreem was het dit jaar nog niet, maar de langdurige regen en de stevige storm in juli die grote delen van het openbare leven platlegde waren ook behoorlijk intens. Regelmatig gaan de uitschieters in het weer gepaard met onweersbuien. Wist u dat Nederland jaarlijks gemiddeld 107 onweersdagen telt? Bij elkaar leidt dit tot honderdduizenden blikseminslagen. Mijn allereerste artikel ooit (voor het toenmalige Uneto-brancheblad) ging over bliksembeveiliging. De conclusie dat het belang van bliksembeveiliging nogal eens wordt onderschat is zo’n 35 jaar later onveranderd. Bliksembeveiliging is misschien wel belangrijker dan ooit tevoren. Het enorme aantal zonnepanelen op daken vormt een nieuwe risicofactor. De kans op directe blikseminslag is voor de meeste woningen in Nederland – met of zonder zonnepanelen op het dak – erg klein. Samen met de zonnepanelen een bliksemafleider installeren is dan ook niet direct nodig. Maar andere zaken zijn wél noodzakelijk. Aarden bijvoorbeeld. Het metalen montagesysteem en eventuele metalen frames van de zonnepanelen moeten geaard worden. Ook de afstand tussen een al aanwezige bliksemafleider en de te installeren zonnepanelen is van belang. Hetzelfde geldt voor overspanningsbeveiliging. Een blikseminslag in de omgeving van de woning kan ook schade veroorzaken, soms zelfs op een afstand van honderden meters. Dit kan alle apparaten in huis treffen. Een omvormer moet tijdens onweer altijd met de wisselspanning verbonden blijven. Kortom: het legplan en de bekabeling van de panelen is van groot belang. Bliksembeveiliging is een vakspecialisme. Dat geldt ook voor disciplines zoals elektromagnetische compatibiliteit (EMC), aarding, overspanningsbeveiliging en kathodische bescherming. Ook zonnepanelen installeren vergt vakkennis en -kunde. Geïnteresseerd in het onderwerp? Techniek Nederland biedt een aantal interessante cursussen en trainingen. Handig is ook het pakket ‘Bliksem de baas’. Het pakket is te downloaden via de website www.technieknederland.nl en bevat een aantal documenten met nuttige informatie, adviezen en tips. Er zijn allerlei mogelijkheden om scholing – ook op dit vlak – vergoed te krijgen. Geïnteresseerd? Ga dan snel (zo u wilt bliksemsnel) aan de slag. Ton Brands Hoofdredacteur Verlichting NSVV: ‘Intelligent lighting biedt grote kansen voor installatiemarkt’ In de verlichtingsbranche is een transitie gaande. Misschien niet zo prominent in het nieuws als de energietransitie, maar in het kielzog daarvan wordt en passant onze verlichting ook flink verduurzaamd. Dat biedt enorme kansen. Alle ketenpartijen, van ontwerpers tot installateurs, kunnen dus aan de bak. Maar door het tekort aan vaklieden kan ondeskundigheid de keten infiltreren. Kwaliteitsbewaking is van groot belang. De NSVV, de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde, maakt er zich sterk voor. PV-installaties Brandjes blussen en daarna dweilen met de kraan open ‘Allemaal cowboys!’ We horen het telkens weer, zodra er ergens een brand is en er liggen ook zonnepanelen op het dak. Wat niet zo gek is: bij anderhalf miljoen huishoudens is dat al zo. Maar zonder enig onderzoek, laat staan bewijs, wordt de schuldige van de brand dan alvast aangewezen: de PV-installateur. En dat is onterecht. Een onderzoek naar de oorzaak van een flinke brand kan maanden duren. Niettemin worden de conclusies meestal al heel gauw getrokken. Zonnepanelen zouden zelfs al het nieuwe asbest zijn. Maar hoeveel branden waren er eigenlijk, waarbij een PV-installatie aantoonbaar de veroorzaker was? 18 14

#4 september 2023 5 n h o u d I o u d h Rapport Lichte krimp, goede vooruitzichten De installatiebranche krijgt in 2024 en 2025 te maken met een lichte krimp, na jaren van forse groei. Dit is vooral een gevolg van het dalend aantal vergunningen voor woningnieuwbouw. Dat is de voornaamste conclusie uit het rapport ‘Economische vooruitzichten 2024 en verder’ door onderzoeksbureau Bouwkennis in opdracht van Techniek Nederland. USP Branding van verlichting Merken investeren veel in hun merkbeeld en in marketing om de bekendheid van hun merk te vergroten. In de installatiewereld is dat niet anders. Ook merken van installatieproducten proberen een zo sterk en bekend mogelijk merk neer te zetten. Maar wie beslist er eigenlijk over het merk van installatieproducten? En hoe groot is de invloed van de installateur op de merkkeuze? En verder in dit nummer Veilig gebruik openbare laadpalen in de bouw 7 Meer mbo-studenten techniek 7 Handvatten voor gebouwverduurzaming 9 Website binnen klimaat uitgebreid 9 Nieuwe Climate Designer bij Jaga 10 HMC completeert bouwprogramma 10 Normcommissie zoekt leden 11 Installatiebranche dringt gebruik van verpakkingsmaterialen flink terug 11 Eigenaren van PV-panelen zijn tégen terugleveringskosten 13 Wie pakt de regie in het pakken van de regie? 33 European Lighting Expert 39 Productnieuws 41 Colofon 46 Adverteerdersindex 46 Een compilatie van foto’s die in deze uitgave van ElektroPraktijk zijn gebruikt en die in één oogopslag een indruk geven van de diverse onderwerpen. Merkspecificatie van verlichtingsproducten Verenigd Koninkrijk Duitsland Frankrijk Polen België Nederland Spanje 25% 22% 3% 34% 38% 56% 15% 75% 78% 97% 66% 62% 44% 85% Nooit | Merk wordt gespecificeerd Bij de voorpagina 22 34

Je nieuwe standaard dimmer! • Tot 300 VA. • Twee ingangen, voor bediening met bijvoorbeeld een pulsdrukker of bewegingssensor. • Instelbaar minimum, maximum en startniveau. • Tijdfuncties, zoals een astronomische klok en weektimers. • Activeer scènes vanaf uw smartphone of tablet of met een pulsdrukker. Plejd slimme verlichting werkt net zo eenvoudig als traditionele verlichting, maar biedt verschillende nieuwe mogelijkheden. Plejd DIM-01 is een universele dimmer met twee aparte ingangen voor bediening met een pulsdrukker of bewegingssensor. Het product kan draadloos worden bediend via de app of andere producten van Plejd. web | plejd.nl Neem contact op voor een demo.

7 #4 september 2023 a M r k t n i e u w s Veilig gebruik openbare laadpalen in de bouw Meer mbo-studenten techniek De Nationale Agenda Laadinfrastructuur (NAL) en het Nationaal Kennisplatform Laadinfrastructuur (NKL) presenteren een handreiking over hoe de bouw veilig openbare laadpalen kan gebruiken. De handreiking bevat onder meer een set met veiligheidseisen en is bedoeld voor opdrachtgevers (vaak gemeenten), eigenaren van laadinfrastructuur en aannemers. Behalve dat de veiligheid niet altijd optimaal is, ontbreekt het vaak ook aan een goede afstemming met de eigenaar van de laadpaal. Hierover gaat de handreiking. Het document beschrijft de veiligheidseisen, de mogelijkheden, een stappenplan met de rolverdeling en een aantal praktische tips. Via https://bit.ly/47IYHwn is de handreiking te bekijken. Het ziet ernaar uit dat er dit schooljaar meer nieuwe mbo-studenten zullen kiezen voor een technische opleiding. Een steekproef van de MBO Raad laat zien dat de opleidingen installatie- en elektrotechniek deze zomer bij de nieuwe aanmeldingen kunnen rekenen op een toename van zo’n 3 procent. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, is niet verrast door de cijfers: “Jongeren willen een baan die ertoe doet en een carrière met veel perspectief. Dan kom je al snel bij de technieksector uit.” De groeiende aantrekkingskracht van techniekopleidingen is opvallend, omdat het totale aantal aanmeldingen voor mbo-opleidingen terugloopt. Bij de aankomende techniekstudenten is vooral de bbl (beroepsbegeleidende leerweg) populair. Mbo’ers die een bbl-opleiding volgen, werken vier dagen per week en gaan één dag naar school. De bbl levert het grootste deel van de instroom van nieuwe werknemers in de technieksector. Kentering Terpstra: “Er is écht sprake van een kentering. Jonge mensen zien meer en meer dat techniek een onmisbare bijdrage levert aan onze maatschappij. Technische vakmensen voeren de energietransitie uit, ze moderniseren onze infrastructuur en ze houden de gezondheidszorg betaalbaar. Ze zijn de ruggengraat van onze economie.” Ondanks de hoopgevende cijfers vindt Terpstra dat er nog veel meer moet gebeuren. “We hebben in onze sector nog altijd zo’n 20.000 vacatures. Dat betekent dat we de komende jaren alles op alles moeten zetten om méér jongeren en zij-instromers te interesseren voor techniek.” De technieksector steekt veel energie in het vergroten van de instroom van nieuwe technische vakmensen. Techniek Nederland nam vorig jaar samen met een aantal andere branches het initiatief voor het Aanvalsplan Techniek. Werkgevers en kabinet investeren de komende tien jaar een miljard euro om meer mensen te interesseren voor een loopbaan in de techniek. Het Aanvalsplan Techniek richt zich zowel op instroom vanuit het technisch beroepsonderwijs als op zij-instromers vanuit andere sectoren. Vmbo Niet alleen de interesse voor technische mbo-opleidingen neemt toe. Ook op het vmbo neemt het aantal studenten in technische opleidingen toe. Dit schooljaar is het aantal leerlingen met het profiel Produceren, Installeren, Energie (PIE) met 8 procent gestegen ten opzichte van 2021-2022.

8 #4 september 2023 Scan de QR code of ga naar www.bals.nl voor meer informatie Als je contact maakt, doe het dan goed Kies voor VARIABOX met recyclebare en loodvrije QUICK-CONNECT CEE-contactdozen Amir | Installateur Ik zat direct op één lijn met Bals

9 #4 september 2023 a M r k t n i e u w s Handvatten voor gebouwverduurzaming Website binnen- klimaat uitgebreid Zeker 21.000 kantoren in Nederland voldoen nog niet aan het verplichte energielabel C en gebouweigenaren weten vaak niet waar ze moeten beginnen om dit te realiseren. KNX Nederland heeft een gratis whitepaper beschikbaar waarin staat hoe smart home oplossingen energie-efficiëntie kunnen maximaliseren om zo energielabel C of beter te realiseren. De whitepaper ‘Op weg naar energielabel C – smart energy management en energiebesparing met KNX’ biedt inzichten en praktische toepassingen van KNXtechnologie voor onder andere facilitair managers, gebouwbeheerders, duurzaamheidsmanagers, installateurs en energieadviseurs. Energielabel C De whitepaper bevat onder andere informatie over de kenmerken, voordelen en investering als het gaat om energiemanagement met KNX. Daarnaast beschrijft de whitepaper verschillende praktische voorbeelden van slimme gebouwautomatisering. KNX is een open, gestandaardiseerd protocol dat het mogelijk maakt om verschillende apparaten en systemen in een gebouw met elkaar te laten communiceren en samen te werken. Dit omvat verlichting, verwarming, ventilatie, beveiliging, audiovisuele apparatuur en meer. De whitepaper is gratis te downloaden via Smart Inside: https://smartinside.nl/ whitepapers/item/7. De website klimaatinstallatiecheck.nl is uitgebreid met twee nieuwe tools om energie- en comfortprestaties van gebouwen te controleren. De BENGcheck (Bijna EnergieNeutraal Gebouw) en de energielabelcheck vullen de bestaande binnenklimaatcheck aan. Dankzij de uitbreiding kan snel de energieprestatie van een kantoorgebouw worden voorspeld. Hierdoor krijgen niet alleen ontwerpers van klimaatinstallaties, maar ook gebouweigenaren meer inzicht in de energieprestaties van kantoorgebouwen. De tools zijn ontwikkeld door de TVVL Expertgroep Klimaattechniek in samenwerking met Renor. Gebouwinvoer De tools hebben als doel om snel inzicht te geven in de relatie tussen klimaatinstallatie, kantoorgebouw en gebruiksprestaties. Voor de lokale klimaatinstallatie ligt het speelveld vooral op het gebied van comfortprestaties. Met de Binnenklimaatcheck kunnen lokale kantoorvertrekken worden ingevoerd en worden voorzien van een gevelopbouw, oriëntatie en lokale klimaatinstallatie. De tool geeft vervolgens een voorspelling van de comfortprestaties. De energieprestatie van een kantoorgebouw wordt vooral door de gebouwvorm, de gebouwschil, het centrale installatieconcept en de verlichting bepaald. De belangrijkste keuzes worden inzichtelijk gemaakt in: de BENGcheck (waarbij een voorspelling wordt gedaan van de drie BENG-indicatoren en het energielabel van een nieuw kantoorgebouw) en in de Energielabelcheck (waarbij een voorspelling wordt gedaan van het energielabel van een bestaand kantoorgebouw). Tijd- en kostenbesparing Door het relatief hoge detailniveau van de NTA 8800 is het berekenen van de energieprestatie van kantoorgebouw arbeidsintensief. Met de BENG- en Energielabelcheck is de bepalingsmethode gecomprimeerd tot een snel, voorspellend rekenmodel. De eenvoudige opzet van de tools maakt het op een laagdrempelige manier mogelijk om een indicatie van de energieprestatie te bepalen, zonder hierbij al in details te treden. Op basis van deze voorspelling kunnen belangrijke conceptkeuzes in een vroegtijdig stadium worden vergeleken en afgewogen.

10 #4 september 2023 a M r k t n i e u w s Nieuwe Climate Designer bij Jaga HMC completeert bouwprogramma Bert Kremer is sinds begin juli aan de slag als nieuwe Climate Designer bij Jaga. Zijn focus als verkoopadviseur is het noorden van Nederland. Kremer vormt met zijn ruim 25 jaar ervaring een mooie aanvulling op het Jaga-team. Kremer gaat groothandels en installateurs in Noord-Nederland adviseren over het assortiment en de toepassingsmogelijkheden van de Jaga-producten. Hij is geen onbekende in de branche. Na meer dan 20 jaar ervaring bij een technische groothandel, maakte hij de overstap naar een functie bij een leverancier. Al 60 jaar levert Jaga Climate Designers binnenklimaatconcepten over de hele wereld. Daarbij zet het bedrijf vol in op innovatieve duurzame ontwikkelingen als het gaat om koelen, verwarmen en ventileren van gebouwen en woningen. HMC vernieuwt de komende jaren zijn ziekenhuislocaties om patiënten ook in de toekomst de beste zorg te kunnen bieden. In dat kader zijn Gortemaker Algra Feenstra (G.A.F.) en Royal HaskoningDHV geselecteerd als de architect en installatieadviseur van het bouwprogramma van HMC. “In de keus heeft zowel de inhoudelijke expertise, als de manier van samenwerken veel aandacht gekregen”, benadrukt Martijn Wiesenekker, lid van de raad van bestuur. G.A.F. en Royal HaskoningDHV zijn organisaties met veel kennis van de zorg en ervaring met vergelijkbare grote opdrachten van vernieuwbouw in Nederlandse en buitenlandse ziekenhuizen. G.A.F. realiseerde bijvoorbeeld het ontwerp voor het St. Antonius ziekenhuis, de Noordwest ziekenhuisgroep in Alkmaar, het Rijnstate Elst ziekenhuis en ziekenhuis Bernhoven. Zij ontwierpen voor HMC eerder het radiotherapiecentrum in HMC Antoniushove. Royal HaskoningDHV brengt ook veel ervaring mee over hoe installaties in het ziekenhuis optimaal kunnen worden ingericht. Zij waren eerder betrokken bij onder meer de (ver)nieuwbouw van Maastricht UMC+ en nieuwbouwprojecten als Medisch Centrum Leeuwarden en het recent opgeleverde Tergooi MC in Hilversum. Op de foto van links naar rechts (zittend): Roelof Gortemaker (G.A.F.), Martijn Wiesenekker (HMC) en Janko Arts (Royal HaskoningDHV). DNA van HMC In de selectieronde zijn de verschillende architectenbureaus en installatieadviseurs beoordeeld door zowel het kernteam van HMC bouwt, als een breedteteam van HMC-collega’s met verschillende specialisaties. In het keuzetraject zijn de kandidaten beoordeeld op verschillende aspecten, zoals hun visie op het project, de betaalbaarheid en een goede samenwerking met HMC-collega’s. “Dankzij een zorgvuldig selectieproces hebben we van alle deelnemende partijen een goed beeld gekregen van hun ideeën, manier van samenwerken en creativiteit”, blikt Jaimy Dijkshoorn, sectormanager Bouw en Vastgoed terug. Martijn Wiesenekker vult aan: “Onze samenwerkingspartners hebben een mooie staat van dienst in het verbouwen van ziekenhuizen in hun bestaande omgeving. Wij hebben veel vertrouwen dat we de meest geschikte partners met de juiste expertise hebben gekozen die passen bij het DNA van HMC.” De architect en installatieadviseur richten zich eerst op het ontwerp en de realisatie van het vernieuwen van de Intensive Care en de OK op HMC Westeinde en de OK op HMC Antoniushove.

11 #4 september 2023 a M r k t n i e u w s Normcommissie zoekt leden Installatiebranche dringt gebruik van verpakkings- materialen flink terug De NEN-normcommissie ‘Koelinstallaties en Warmtepompen’ is op zoek naar nieuwe leden. De commissie draagt bij aan de veiligheid en het milieu in de koudetechniek, inclusief warmtepompen. Als lid van een normcommissie blijf je op de hoogte van de actuele ontwikkelingen en kun je invloed uitoefenen op de inhoud ervan. De werkzaamheden van de commissie zijn belangrijk voor de producenten en gebruikers van koelmachines, warmtepompen en bijbehorende koelmiddelen. CEN en ISO NEN is aangesloten bij CEN (Europa) en ISO (mondiaal). Hiermee heeft de commissie toegang tot een groot netwerk van professionals om kennis te delen. De normcommissie vergadert twee keer per jaar. Tijdens de vergaderingen worden alle prioriteiten van de commissie besproken. Op dit moment gaat het om het vormen van een oordeel over de behoefte aan (geharmoniseerde) normen voor koelinstallaties en warmtepompen vanuit Nederlands perspectief en het opstellen van specifieke nationale documenten voor de Nederlandse markt. Meer informatie: www.nen.nl/ normcommissie-koelinstallaties-enwarmtepompen. Een jaar na de presentatie van het Brancheplan Verpakkingen slaagt de installatiebranche er al in om aanzienlijk minder verpakkingen te gebruiken. Bij de 35 deelnemende bedrijven is de hoeveelheid papieren en kartonnen verpakkingen met 10 procent afgenomen en van plastic verpakkingen zelfs met 12 procent. De deelnemende bedrijven plakken inmiddels 13 procent minder stickers op verpakkingen en in 16 procent van de gevallen kiezen ze voor een duurzaam alternatief voor het bedrukken van emballage. Techniek Nederland en de Federatie Elektrotechniek (FEDET) maakten de resultaten onlangs in het Bouwhuis in Zoetermeer bekend. Recyclebaar De technieksector presenteerde het Brancheplan Verpakkingen in maart 2022 aan staatssecretaris Vivianne Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat. Doel van het plan is om 20 procent minder plastic en kartonnen verpakkingen te gebruiken in 2025. Bovendien wil de branche dat de verpakkingen die dan nog worden gebruikt, volledig recyclebaar zijn. Het Brancheplan richt zich op het verduurzamen en verminderen van verpakkingen én op het hoogwaardig hergebruiken van verpakkingsmaterialen. Ketensamenwerking Directeur Anne-Jaap Deinum van FEDET en gastheer van de bijeenkomst ziet de samenwerking binnen het Brancheplan als een belangrijk resultaat. “Dit is een ultiem voorbeeld van optimale ketensamenwerking. Als fabrikanten, groothandel en installateurs elkaar op deze manier weten te vinden, is er veel mogelijk. Ik ben ervan overtuigd dat we de doelstellingen gaan halen.” Werkgroepen Om de plannen in praktijk te brengen, zijn drie werkgroepen in het leven geroepen: Inkoop, Pilots en Monitoring. De werkgroep Inkoop ontwikkelde inkoopvoorwaarden voor verpakkingen. De werkgroep Pilots ging aan de slag met zes concrete proefprojecten: Kratten, bakken en retourafspraken, QR-codes, Wisselbox, Piepschuim, Zakjes verdunnen en afbreekbaar maken en Afvalloze bouwplaats. De monitoring van het plan is op verzoek van de branche in handen van Rijkswaterstaat. Op basis van de ervaringen in het eerste jaar zijn de doelstellingen van het Brancheplan inmiddels aangescherpt.

De opstelbalken vormen de oplossing voor installateurs die streven naar een perfecte installatie van airconditionings of klimaatinstallaties, ongeacht de ondergrond. Deze veelzijdige balken zijn speciaal ontworpen om de installatie eenvoudig en e ciënt te maken, zelfs op de meest uitdagende ondergronden. Dankzij de stevige constructie en nauwkeurige afmetingen bieden ze een stabiele en betrouwbare basis voor de systemen. CANALIT’S RUBBEREN OPSTELBALKEN DE KRACHT VAN STILTE  Stevige montage met gegoten aluminium rails op elke sokkel  Vier voorgevormde gaten die de mechanische bevestiging aan een constructie vergemakkelijken  Voorzien van ingebouwde waterpassen  Gemaakt van gerecycled rubber  Temperatuurbereik: -40°C / +80°C Art nr. Totale draaglast Verpakt per: 943233 Tot 640 kg 4 stuks 943236 Tot 520 kg 2 stuks 943239 Tot 940 kg 2 stuks 943242 Tot 1260 kg 2 stuks Meer weten: canalit.nl

13 #4 september 2023 a M r k t n i e u w s Eigenaren van PV-panelen zijn tégen terugleveringskosten Uit een enquête van zonne-energiebedrijf Soly onder 1643 respondenten, blijkt dat 90% van de eigenaren van PVpanelen het niet eens zijn met de extra kosten die energiebedrijven willen rekenen voor het terug leveren van stroom. Driekwart van de mensen is bereid het gedrag aan te passen om de kosten te beperken maar er zijn ook mensen bereid om te switchen. De ophef is ontstaan toen energiebedrijf Vandebron aankondigde dat eigenaren van PV-panelen extra gaan meebetalen aan de kosten voor het terug leveren van stroom aan het net. Dit vanwege de actuele druk op het energienet. Haar klanten zullen hierdoor naar verwachting enkele tientallen euro’s per maand extra moeten betalen. De verwachting is dat andere energieleveranciers zullen volgen met gelijksoortige maatregelen. Niet eerlijk Bijna 85% procent van de respondenten geeft aan het onterecht te vinden dat zij moeten betalen voor deze druk op het energienet. Eenzelfde aantal respondenten geeft aan te willen switchen van energieleverancier wanneer deze lagere terugleveringskosten hanteert. Milan van der Meulen, medeoprichter van Soly: “Uit de toelichtingen blijkt vooral dat ze het onrechtvaardig vinden dat zij deze kosten maken voor het feit dat de overheid niet op tijd het energienet geschikt heeft gemaakt. Ook vinden klanten het onterecht dat ze op deze wijze ‘bestraft’ worden terwijl ze actief bijdragen aan een beter milieu.” Maar toch… Toch laat het onderzoek ook zien dat deze maatregel een positieve impuls geeft. Zo zijn respondenten bereid hun energiegedrag aan te passen of overwegen de aanschaf van een energiemanagementsysteem of thuisbatterij. “Zolang we met z’n allen op onhandige momenten energie verbruiken, blijven we het energienet belasten en stagneren we de energietransitie. Het is wel zaak dat dit ook gestimuleerd gaat worden. In dat licht is de salderingsregeling onhoudbaar en is de tijd rijp voor een subsidie op de thuisbatterij”, aldus Van der Meulen.

#4 september 2023 14 e V r l i c h t i n g NSVV: ‘Intelligent lighting biedt grote kansen voor installatiemarkt’ In de verlichtingsbranche is een transitie gaande. Misschien niet zo prominent in het nieuws als de energietransitie, maar in het kielzog daarvan wordt en passant onze verlichting ook flink verduurzaamd. Dat biedt enorme kansen. Alle ketenpartijen, van ontwerpers tot installateurs, kunnen dus aan de bak. Maar door het tekort aan vaklieden kan ondeskundigheid de keten infiltreren. Kwaliteitsbewaking is van groot belang. De NSVV, de Nederlandse Stichting Voor Verlichtingskunde, maakt er zich sterk voor. Tekst: Martin Bongers Foto’s: NSVV, Aaron McLean, Parker Wichelmann en Thaddaeus Lim Ledlicht, in combinatie met een slim ICT-netwerk, maakt van een gewoon kantoor of van een gewone fabriekshal een ‘smart building’.

#4 september 2023 r t i k e l n a a m 15 Hoe we ook ons best doen, zonder certificering en handhaving lukt het niet. ohn de Joode, voorzitter van de NSVV: “Een van onze kerntaken is het verzamelen en delen van kennis. NSVV is een kenniscommunity. Met kennisdeling hou je de kwaliteit op peil – door de hele keten heen.” Lichtkoepel De community kent vier kernteams waarin onafhankelijke deskundigen, vertegenwoordigers van de markt en de overheid gezamenlijk speerpunten bepalen. Wat die aanpak betreft, lijkt de NSVV op NEN, het Nederlands Normalisatie Instituut met haar normcommissies. De Joode: “Klopt en uiteraard zijn we ook zelf deelnemer in zo’n normcommissie. Wat daar besproken wordt nemen we dan mee naar onze eigen kernteams.” Een voorbeeld: in april organiseerde het kernteam ‘Indoor’ van de NSVV een kennissessie over de herziene Europese norm NEN-EN 12464-1. Daaruit is toen een Nederlandse toelichting op die herziening voortgekomen. Zie ook de volgende websites voor meer informatie: www.nsvv.nl/nieuwe-nsvv-toelichtingop-nen-en-12464-1/ en www.technischeunie.nl/images/content/NENEN12464-1.pdf. Daarnaast maakt de NSVV onderdeel uit van wat De Joode ‘de lichtkoepel’ noemt. Een drie-eenheid waarin de NSVV, de NLA (Nederlandse Licht Associatie) en Techniek Nederland samen optrekken om kwaliteitsissues binnen de gehele lichtbranche, dus door de keten heen, op te pakken. De NSVV vertegenwoordigt de creatieve kant: de designers, de architecten. Bij de NLA vinden we de productontwikkelaars en leveranciers en bij Techniek Nederland de installatietechnici. De Joode: “Een goed lichtontwerp met slechte producten, dat wordt niks. Maar een slecht lichtplan met goede producten werkt ook niet, zelfs niet als het geïnstalleerd is door vakmensen.” Anders gezegd: een geslaagd project wordt niet uitgevoerd door losse eilandjes, maar door een team. Elkaar helpen en stimuleren – daar gaat het om, volgens De Joode. En dat is de reden dat de ketenpartijen ook op koepelniveau samenwerken: het goede voorbeeld geven. Future Lighting Binnen de lichtkoepel passeren allerlei kwaliteitsaspecten de revue, zelfs als het gaat over circulariteit. Momenteel wordt er een convenant voorbereid, waarin bijvoorbeeld ook verpakkingen aan de orde komen. De Joode: “Dit convenant presenteren we in november, tijdens het kennisevent ‘Future Lighting’. Via het convenant zetten we ‘verlichting’ op de Haagse agenda. Want hoe we ook ons best doen, zonder certificering en handhaving lukt het niet. Dan zet je de achterdeur open voor markttoetreders die het met de kwaliteit niet zo nauw nemen.” Het kennisevent is een must voor de installatiebranche. De Joode: “Er zullen inderdaad weer veel facility managers en bedrijfseigenaren rondlopen, die zich laten informeren om te investeren. Uiteindelijk zijn dat de klanten van de installateurs.” John de Joode, voorzitter NSVV. J

16 #4 september 2023 E Elkaar helpen Even terug naar het tekort aan vakmensen. Met het negatieve effect daarvan wordt de branche voortdurend geconfronteerd, in alle facetten. Een voorbeeld daarvan is dat met name de kleinere installateurs simpelweg geen tijd of capaciteit hebben om hun mensen naar een kennisseminar te sturen, of om ze te laten bijscholen. In een markt die zichtzelf permanent vernieuwt, steeds meer hightech wordt, is bijscholing essentieel. De Joode: “En als je dat dus niet kunt, raak je nog verder achterop, het is een vicieuze cirkel. Toch kan ook hier samenwerking helpen. Als je als kleine installateur voelt dat je kennis tekort komt, vraag dan om hulp. Schakel een collega in. Dat kan een veiligheidsdeskundige zijn, of een lichtplanontwerper. Dat komt de kwaliteit ten goede, in het belang van de klant.” Lighting design is een vak Om het tekort aan menselijk denkwerk op te vangen, is automatisering een uitkomst – dat zien we ook in andere branches. Toch kan dat ook een verkeerde bijwerking hebben. Zo verschijnt er steeds meer simulatiesoftware op de markt, waarmee dan zelfs een installateur een ‘lichtplan’ in elkaar zou kunnen zetten. De Joode maakt er korte metten mee: “Ik kan met PlayStation een aardig potje voetballen, maar ik word never nooit een Cristiano Ronaldo.” Inderdaad: lighting design is een vak. Maar door dergelijke laagdrempelige software zullen verkeerde adviezen en mislukte projecten – lees: kwaliteitsverlies – zich meer voor gaan doen, vooral aan de onderkant van de markt. Aan de andere kant, goede software in handen van deskundige mensen kan een geducht salesinstrument zijn. Vooral in combinatie met virtual reality, hiermee kan de klant als het ware in zijn pand rondlopen en het lichtplan alvast ervaren. De Joode: “Ik ken een groot project dat op die manier in zeven minuten verkocht was.” Intelligent lighting Een succesvol lichtplan maken is vooral en eerst: luisteren naar de klant, adviseren. Het gaat daarbij niet alleen om kennis van materiaal, ruimtelijk inzicht en creativiteit, een goede designer heeft ook ‘soft skills’: zich kunnen inleven in bijvoorbeeld de werkomstandigheden van een personeelslid. De Joode: “Ledlicht biedt juist dan oneindige mogelijkheden, vooral in combinatie met slimme netwerken.” De ene werkplek kan dan automatisch anders ingeregeld worden dan de andere, afhankelijk van de persoon. Helemaal op maat. ‘Human centric lighting’ wordt dat genoemd. Een andere term is ‘integrative lighting’. De Joode: “Zelf noem ik het liever ‘intelligent lighting’. Ledlicht, in combinatie met een slim ICT-netwerk, maakt van een gewoon kantoor of van een gewone fabriekshal een zogenaamd ‘smart building’, waar de lichtbehoefte van een werknemer ‘meeverhuist’ zodra de werknemer zich verplaatst.’ Uitwisselbaarheid Intelligent lighting. Het is the next big step na ‘led’. “Maar we moeten nu wel beter opletten”, zegt De Joode. “De introductie van led werd te veel geframed als iets wat vooral met energiebesparing te maken zou hebben. Daardoor verloren we de kwaliteits-issues uit het oog.” Waar De Joode op doelt is het feit dat elke leverancier de neiging heeft om zijn armatuur of besturingssysteem dominant te willen maken, maar voor de markt als geheel is dat niet bevorderlijk. Een veilige verlichting bestaat immers uit onderdelen die bij elkaar horen, die in samenhang met elkaar ontworpen zijn. Als die onderdelen dan niet uitwisselbaar zijn (tussen verschillende merken), kan dat een veiligheidsprobleem opleveren. Bijvoorbeeld als een consument z’n oude tube wil vervangen door led, hij zal dan niet veel zin hebben om ook een nieuw armatuur te kopen. Dus wat doet die consument? Die zet z’n nieuwe ledtube in een armatuur die daarvoor eigenlijk niet geschikt is. Het voorschakelapparaat in het armatuur moet dan kortgesloten worIntelligent lighting: de volgende grote stap na ‘led’.

#4 september 2023 r t i k e l n a a m 17 den, want dat heeft met led geen functie meer. Dan kun je natuurlijk het draadje doorknippen, maar… onveilig en de CEkeur is dan – terecht – niet meer geldig. En dat kan nare verzekeringsconsequenties hebben, zonder dat die consument zich dat realiseert. De Joode: “Wij moeten het publiek dus op tijd informeren. Dat is onze kerntaak, om te voorkomen dat er aangeklungeld wordt. Informatiedeling met het Verbond van Verzekeraars hoort daar zeker bij.” Kansen voor de installatiemarkt Intelligent lighting biedt grote kansen voor de installatiemarkt. Juist omdat de verlichting slimmer wordt, dus meer kennis vraagt om het aan te leggen. De gemiddelde consument of facility manager heeft die kennis niet. De Joode geeft een simpel voorbeeld: “Neem nu led flicker. Een oude tl geef een 50hz puls af, dat kun je als hinderlijk ervaren als je er gevoelig voor bent. Maar led heeft een veel hogere frequentie. Zichtbaar, maar ook onzichtbaar. Je ziet het dan niet, maar je hersenen nemen het wel degelijk waar. Voor mensen met epilepsie kan dit gevaarlijk zijn, ze kunnen zomaar flauwvallen.” De installateur heeft hier dus een preventieve, adviserende taak. De installateur moet dan, net als de designer, zijn ‘soft skills’ aanspreken. Niet alleen naar de ‘spullen’ kijken, maar ook naar de mens die ermee gaat werken. Hiermee zal de kwalitatief goede installateur zich kunnen onderscheiden. De Joode: “Wat trouwens ook interessant is voor de installateur: volgens de nieuwe norm NEN-EN 12464-1 mogen ook de zogenaamde ‘modified values’ onderbouwd toegepast worden, naast de luxwaardes.” Weer een voorbeeld: stel dat een werkplek standaard 500 lux zou moeten hebben, dan mag dat gemodificeerd worden tot 750 lux. Meer luxwaardes betekent: meer armaturen, meer werk. “Maar let wel: alleen onderbouwd!”, benadrukt De Joode. Dus alweer: een kwaliteitsinstallateur die beschikt over de nodige soft skills om uit de vinden of een werknemer meer luxwaardes nodig heeft, kan zich onderscheiden.” Licht als personeelsverleider Soft skills of niet, intelligent lighting gaat hoe dan ook veel werk opleveren. De trend richting smart buildings is ingezet en wordt langzamerhand ook ontdekt door Human Resources, de personeelsafdeling. Steeds meer beseft men dat het aantrekken en behouden van personeel samenhangt met de kwaliteit van de werkplek. Personeel maakt de keuze om ergens te willen werken vaak intuïtief al in de entreehal. Licht moet prettig zijn, je wilt je er thuis voelen. Dit is trouwens iets wat de retail al veel eerder ontdekte: goed licht doet verkopen, het houdt de klanten langer in de winkel. En een echte ‘smart’ winkel belicht zelfs elke productgroep anders, op een manier waarop dat specifieke product het beste tot z’n recht komt. Budgetvraag Kansen te over. Maar volgens De Joode vraagt dat om een proactieve houding. Niet wachten tot de telefoon gaat, maar investeer in je klant. Geef tijd en aandacht. “Praat met de eindgebruiker! Dan heb je ook de gelegenheid om de budgetvraag te stellen, wees daar niet bang voor.” Een goed punt van De Joode, want op basis van de budgetgrootte kan de installateur in een adviesrol kruipen, hij gaat daardoor waarde aan zichzelf toevoegen. Voorbeeld: stel dat vijf nieuwe ledlijnen voor een hal 30.000 euro kosten, maar het budget is slechts 20.000 euro. Het advies kan dan zijn om eerst maar eens drie nieuwe lijnen te doen, maar wel hoogwaardige. De overige twee lijnen worden intussen aan de praat gehouden met restmateriaal uit de oude lijnen. Zodra er weer budgetruimte is kunnen die lijnen ook vernieuwd worden. Uiteindelijk is dit voor de klant beter dan de hele hal in één keer volhangen met een goedkoop product. De installateur doet nu geen kwaliteitsknieval en dat is precies waar de NSVV voor wil waken. x In het kielzog van de energietransitie wordt onze verlichting ook flink verduurzaamd. Dat biedt enorme kansen. In een markt die steeds meer high-tech wordt, is bijscholing essentieel.

18 #4 september 2023 V - i n s t a l l a t i e s P Brandveiligheid van PV-installaties Brandjes blussen en daarna dweilen met de kraan open ‘Allemaal cowboys!’ Zodra ergens een brand is en er liggen ook zonnepanelen op het dak, is de schuldige snel aangewezen: de PV-installateur.

19 #4 september 2023 l n a a m ‘Allemaal cowboys!’ We horen het telkens weer, zodra er ergens een brand is en er liggen ook zonnepanelen op het dak. Wat niet zo gek is: bij anderhalf miljoen huishoudens is dat al zo. Maar zonder enig onderzoek, laat staan bewijs, wordt de schuldige van de brand dan alvast aangewezen: de PVinstallateur. En dat is onterecht. Een onderzoek naar de oorzaak van een flinke brand kan maanden duren. Niettemin worden de conclusies meestal al heel gauw getrokken. Zonnepanelen zouden zelfs al het nieuwe asbest zijn. Maar hoeveel branden waren er eigenlijk, waarbij een PV-installatie aantoonbaar de veroorzaker was? Tekst: Martin Bongers Foto’s: Maria Godfrida, Michael Wilson, Ricardo Gomez en Bill Mead r liggen intussen tegen de 45 miljoen zonnepanelen in ons land, waarvan ruim 2,5 miljoen op woningen. De meeste zijn dus op bedrijfsdaken of in parken geïnstalleerd. Het aantal PV-gerelateerde branden in de afgelopen jaren? Toch maar 35 per jaar, waarvan het merendeel niet-residentieel. In de eerste helft van dit jaar waren er al 55 branden – maar dat is logisch, er werd immers ook weer flink geïnstalleerd. Zo blijkt maar weer: alles is relatief. In 80 procent van de brandgevallen (dus bij pakweg 45 cases dit jaar) concludeerde de brandweer of de verzekeraar dat er van een ondeugdelijke installatie sprake was. En dat is een gegeven waar we toch even bij stil blijven staan. Daar is vriend en vijand het namelijk wel over eens: áls er een PV-brand ontstaat, dan komt dat omdat er ondeskundig werd gemonteerd. Maar toch: 45 miljoen zonnepanelen en 45 cases. En dan de installatiebedrijven rücksichtslos cowboys noemen? Te weinig erkende bedrijven Het is wel een signaal, bagatelliseren is niet verstandig. Een andere rekensom maakt namelijk ook iets duidelijk. Mohamed El Moutaouakkil, van Mutley Solar in Zwolle: “Als je het hebt over brandveiligheid is het erg simpel: er zijn ongeveer zesduizend installatiebedrijven, waarvan er ongeveer achthonderd gecertificeerd zijn. Dat is te weinig.” Zesduizend bedrijven die in no time 45 miljoen panelen legden: kan dat deugdelijk? Kunnen achthonderd gecertificeerden dat? De vraag stellen, is het antwoord geven. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland ziet dat ook: “Er zijn veel te veel cowboys en het is tijd dat daarop ingegrepen wordt. Het is te snel gedaan, Iedere 4 seconden wordt er een paneel gelegd. Erkende bedrijven kunnen dat niet aan.” Regelgeving loopt achter Dat er dus nog wat verborgen gebreken ontdekt zullen worden – al dan niet als gevolg van een brand – is een aanname die gemaakt mag worden. Het is zelfs niet heel gek om de situatie een tikkende tijdbom te noemen. Want nu zijn de materialen nog redelijk nieuw. De bekabeling is nog flexibel, de stekkertjes zijn nog niet losgetrild, de omvormers zijn nog waterdicht en de stoppenkast kan het nog net aan. Maar met name in de binnensteden kan verouderd of b-keus materiaal, in combinatie met een te snelle, ondeugdelijke installatie veel ellende op gaan leveren. Esther Lieben, brandweercommandant en voorzitter van de Stuurgroep Veilige Energietransitie: “De transitie laat langzamerhand steeds meer van dit soort dingen zien. Maar we weten ons er nog geen raad mee.” Waar Lieben op doelt, is de snelheid van de markt afgezet tegen de relatieve sloomheid van de regelgeving. De vraag nam in rap tempo toe, de productie van materiaal en de installatie ervan lijkt op een snelkookpan en tegelijkertijd is er eigenlijk geen personeel. Vakbekwaam personeel. Dat moet je namelijk opleiden en ook daarvoor heb je dan weer mensen nodig die er niet zijn. En regelgeving die nog even snel bedacht moet worden. El Moutaouakkil: “Het gaat niet helemaal goed, dat kunnen we wel stellen. Logisch: regelgeving en normering loopt “Het gaat erom dat een bedrijf controle moet hebben over het totale proces. Alleen dan kun je instaan voor wat je offreert.” ‘Er zijn veel te veel cowboys en het is tijd dat daarop ingegrepen wordt’ E

20 #4 september 2023 immers altijd achter de praktijk aan. Dat is niet alleen bij energie zo.” Als branche doen we dus maar wat – en we kijken daarna wel wat er gebeurt. Gechargeerd misschien, maar ‘brandjes blussen’ en vervolgens ‘dweilen met de kraan open’ zijn twee beeldspraken die hier uitstekend passen. Lieben: “Er wordt te veel over de schutting gegooid, als het over veiligheid gaat. Allemaal incidentbestrijding en oké, daar leer je dan zeker iets van. Maar je moet ook naar de voorkant kijken: wet- en regelgeving, kaders stellen.” Installateur kop van jut Lieben en El Moutaouakkil stippen impliciet iets anders aan: namelijk dat het veilig installeren van zonnepanelen een gedeelde verantwoordelijkheid is. Niet van de installatiebranche alleen. De gemeenten, de brancheorganisaties, de fabrikanten, keuringsinstituten… iedereen loopt achter de vraag aan. Maar de installateurs vangen de klappen op. En dat is onterecht. Voor de goedwillende installateur is het zelfs publicitair desastreus. Als voorbeeld even de fabrikanten. De laatste tijd is er veel te doen over de kwaliteit van de omvormers, of over de uitwisselbaarheid van stekkertjes en andere componenten. Fabrikanten hebben de neiging om hún product dominant te willen maken, hun product moet als het even kan de norm worden. Maar als producten niet ‘voor elkaar’ gemaakt zijn, kan dat elektrische storingen opleveren, en dus brandgevaar. Ander voorbeeld: de fabrikanten testen hun product in een laboratorium-setting en ontvangen vervolgens een CE-keurmerk. Maar elke andere testconfiguratie levert een ander resultaat op. Dus wat zegt dat keurmerk, zonder practice based evidence? Niets, behalve dat de installateur het vast weer eens niet goed gedaan heeft, als het fout gaat. Intussen loopt het aantal klachten op – en daarmee de negatieve framing van installateurs. Volgens Achmea waren er in de eerste 6 maanden van dit jaar 91 procent meer geschillen over PV-installaties. Het ging dan bijvoorbeeld over nalatigheid: ‘Aannemers laten het afweten zodra een aanbetaling is gedaan. Of het schortte aan de kwaliteit van het geleverde werk’. Andere klachten zijn lange levertijden, ondeugdelijke installaties of onvrede over het rendement van zonnepanelen. Al met al staat de branche in een negatief daglicht, met de installateur als kop van jut. Het wordt dus tijd dat de andere betrokkenen achter de gordijnen vandaan komen en gezamenlijk voor een kwaliteitsimpuls zorgen. PV-installateur is een beroep voor vrije jongens, iedereen mag zonnepanelen installeren. Dat moet veranderen. Ook Doekle Terpstra, voorzitteer van Techniek Nederland, erkent dat: “Dit is slecht voor het imago van de sector. De erkende, vakbekwame installateurs hebben er last van.” Via certificering en handhaving wil Terpstra, samen met het rijk en de verzekeraars, “het net sluiten en inferieure partijen van de markt duwen.” Certificering Erkenning, certificering, klinkt goed. Maar wie certificeert de certificeerders? Wie bijvoorbeeld de site van InstallQ bekijkt, ziet in één oogopslag dat (te) veel taken uit dezelfde hoge hoed komen. De instantie erkent, certificeert, accrediteert, leidt op… Verder wordt de markt, zeer vanuit het oogpunt van de klant, overspoeld door een peloton keuringsinstanties en inspectiebedrijven, allemaal particulier uiteraard. Een duidelijke scheiding der machten en een toegankelijke voorlichting over wie wat doet en vooral hoe, zou de klant, maar ook de gemiddelde installateur, erg helpen. El Moutaouakkil: “Ook voor ons is het elke keer maar weer afwachten. Kort door de bocht: iemand komt een keuring doen, duim omhoog of omlaag: er is geen pijl op te trekken. De een keurt goed wat de ander afkeurt, zonder dat wij weten waarom. We leren er zo niks van.” Het moet nú verdiend worden Erkenning en certificering is iets wat vooraf gebeurt. Interessanter is het om “Er zijn ongeveer zesduizend installatiebedrijven, waarvan er ongeveer achthonderd gecertificeerd zijn. Dat is te weinig.” Het veilig installeren van zonnepanelen is een gedeelde verantwoordelijkheid. Niet van de installatiebranche alleen.

21 #4 september 2023 r t i k e l n a a m eens op het dak te gaan kijken zodra het werk gedaan is. Achteraf dus. Maar dat een installateur dan steeds hetzelfde inspectiebedrijf belt om zijn werk te checken, komt te vaak voor (‘Ja, ze zitten in de buurt, wel zo makkelijk’). Ook dat draagt niet bij aan een positiever beeld van de branche. El Moutaouakkil: “Los daarvan, het feit dat de opleiders en inspectiebedrijven particulier zijn, betekent dat ze een verdienmodel hebben. Gezamenlijk zijn ze aan ‘t lobbyen om hun opleidingen en inspecties verplicht te krijgen, en dat snap ik dan wel. Regelgeving: wij zijn helemaal voor. Maar in het nieuws hoor je dan dat wij de cowboys zijn, maar die partijen doen er net zo hard aan mee, ze staan onder dezelfde druk om het nu te verdienen.” El Moutaouakkil geeft een voorbeeld: “Als ik iets niet weet, bel ik wel eens een opleider. Niet zelden krijg ik een uitermate summier antwoord plus: ‘meld je even aan voor onze cursus’.” Wat zijn de mogelijke oplossingen? Het meest voor de hand liggend: een zonnepaneel is een zwakstroom-device. Het bouwbesluit kent geen panelen. Dat mag na al die jaren wel eens opgepakt worden. In de tweede plaats moet de rol van de klant versterkt worden. Wie z’n auto naar de APK wil brengen, weet dat je niet naar de fietsenmaker moet. En je weet ook vanzelf wel dat er iets niet klopt, als men de auto afkeurt omdat de radio niet werkt. Maar als het om zonnepanelen gaat, weet de gemiddelde klant niets. In Nederland kennen we nog geen ‘éénloket-situatie’. En als de panelen eenmaal gelegd zijn, wat moet die klant dan zelf checken? En hoe weet de klant waar de inspecteur op moet letten? El Moutaouakkil: “De klant, zowel zakelijk als particulier, is op zoek naar duidelijkheid vanuit de branche. De klant zoekt iemand die ze aan de hand neemt, tot en met de regelgeving bij de gemeente aan toe. Wij proberen ons in ieder geval daarmee te onderscheiden.” Kortom, met een toegankelijke voorlichting wordt de klant wijzer en zelfredzamer en kan hij uiteindelijk ook meehelpen om het kaf van het koren te scheiden. Certificering van personen In de derde plaats moet de erkenning of certificering van bedrijven aangevuld worden met een certificering van personen. Want wat helpt het om een bedrijf een erkenning te verlenen en dat bedrijf neemt vervolgens zzp-werkstudenten in dienst? Eigen mensen in dienst hebben zou een ontheffing daarvoor mogen opleveren. El Moutaouakkil: “Helemaal eens. Het gaat erom dat een bedrijf controle moet hebben over het totale proces. Alleen dan kun je instaan voor wat je offreert.” In de vierde plaats zou een inspectie altijd verplicht moeten worden en wie dat doet moet een keuze van de klant zijn. Om die inspectie betaalbaar te houden, dus qua personeelsinzet minimaal, is het een voorwaarde dat tijdens de installatie alles gedocumenteerd wordt. Elke kabel, elke aansluiting; alles moet beschreven en vooral gefotografeerd worden. Dat is juist van belang in situaties waarin meerdere partijen aan een project werken. Op die manier kan van elke installatie een elektronisch logboek komen, opgeslagen in de cloud en toegankelijk voor inspecteur, verzekeraar, gemeente en brandweer. Want als het om een woning gaat, is het wel duidelijk wie je moet bellen bij een brand om te vragen waar de DC-schakelaar zit. Maar voor een kantorencomplex is dat een tijdrovende uitzoekerij. Een online elektronisch dossier kan dan ook de brandweer helpen om onderweg, naar de brand toe, vast alle ins en out te bekijken – bijvoorbeeld of er wel looppaden tussen de panelen liggen, of waaruit de dakisolatie bestaat. Dat is wel zo veilig. El Moutaouakkil: “Intussen zeg ik: hou je aan de NEN 1010 en 3140 richtlijnen. Werk met spullen waar je verstand van hebt, bij voorkeur alles van één merk, gebruik steekstekkertjes. Vervang eens in de zoveel tijd alle connectoren – ik kom oude tegen met tapejes. Zorg voor ruimte in stoppenkast, adviseer bij twijfel een totaal nieuwe kast en laat dat vooral door een erkend vakman doen. Kortom: hou het simpel – en als je iets niet weet, doe het dan niet.” x Nu zijn de materialen nog redelijk nieuw. De bekabeling is nog flexibel, de stekkertjes zijn nog niet losgetrild, de omvormers zijn nog waterdicht en de stoppenkast kan het nog net aan. ‘Het is niet heel gek om de situatie een tikkende tijdbom te noemen’

#4 september 2023 22 a R p p o r t o m Lichte krimp, goede vooruitzichten De installatiebranche krijgt in 2024 en 2025 te maken met een lichte krimp, na jaren van forse groei. Dit is vooral een gevolg van het dalend aantal vergunningen voor woningnieuwbouw. Dat is de voornaamste conclusie uit het rapport ‘Economische vooruitzichten 2024 en verder’ door onderzoeksbureau Bouwkennis in opdracht van Techniek Nederland. Tekst: Ton Brands Foto: Markus Spiske Er is volop werk in de installatiebranche. De lichte daling van het productievolume geeft techniekbedrijven de mogelijkheid om achterstanden in te lopen. De kans is dus groot dat de wachttijden gaan afnemen en dat is goed nieuws voor opdrachtgevers. De vooruitzichten voor de periode na 2025 blijven uitstekend. De energietransitie krijgt steeds meer vaart en het aandeel techniek in bouwprojecten blijft groeien”, aldus Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland. Profit Wie profiteren er met name? Vooral bedrijven in klimaat- en elektrotechniek hebben goede vooruitzichten. Dat zit ‘m met name in de wettelijke verplichting voor gasvrije nieuwbouw en de eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG). Ook de behoefte aan koeling groeit als gevolg van warmere zomers. Hierdoor stijgt de vraag naar duurzame klimaatinstallaties. Dit zijn zaken waarvan met name bedrijven in de klimaattechniek profiteren. De ET-bedrijven zijn essentieel in de energietransitie, dus ook hun positie is meer dan rooskleurig. Opvallend is verder dat het belang van techniek in de gebouwde omgeving blijft toenemen. Met de sterke ontwikkeling van industriële woningen en prefab verschuift het installatiemoment steeds verder naar het begin van het proces. De installatiequote – het aandeel installatietechniek in de totale bouwsom – is met bijna 45 procent het hoogst in de utiliteitsbouw. Ook in de woningbouw blijft de installatiequote groeien; bij groot onderhoud is die inmiddels 22 procent en bij nieuwbouw 19 procent. Terug naar de huidige situatie. Er ligt nog veel werk op de plank dat uitgevoerd zal worden. Daarbij zal er in de woningbouw meer dan de afgelopen jaren, sprake zijn van vertraging door ingewikkeldere financieringssituaties en herontwikkeling van projecten, zo is de verwachting in het rapport. Ook zal het uitvallen van nieuwVooral bedrijven in klimaat- en elektrotechniek hebben goede vooruitzichten, zo blijkt uit het rapport ‘Economische vooruitzichten 2024 en verder’. "

#4 september 2023 23 r t i k e l n a a m bouwprojecten vaker voorkomen. Deze algemene ontwikkeling hangt met name samen met hogere rentestanden en beperktere financieringsruimte. Hierdoor verschuift de focus in de woningnieuwbouw naar meer betaalbare woningen. Dit heeft ook invloed op de aard van de installaties die in nieuwbouw worden toegepast. Kortweg worden meer installaties geschikt voor meergezinswoningen gevraagd en zal vaker voor iets soberdere uitvoeringen gekozen worden. Ondanks deze negatievere tendens blijft de economische uitgangspositie gunstig én blijft de behoefte aan woonruimte groot, concludeert Bouwkennis. Elektrificatie Zoals gezegd, met de toenemende aandacht voor verduurzaming neemt het aandeel van klimaat in de installatiewerkzaamheden toe. Dit geldt voor nieuwbouw, maar evengoed voor renovatiewerkzaamheden. De afgelopen jaren is de aandacht voor de warmtepomp flink toegenomen. Hierin spelen de hoge energieprijzen en de afhankelijkheid van Russisch gas zeker een rol. Omdat verduurzaming van installaties vaak een elektrificatie betekent, is er in deze discipline ook sprake van een relatieve groei. Op overkoepelend niveau blijft verduurzaming van de gebouwde omgeving de stuwende factor achter de groei van installatiewerk. Dit zien we terug in verschillende vormen. Bij nieuwbouw neemt installatie een grotere rol, waardoor een toenemend deel van de totale bouwsom besteed wordt aan installaties. Voor renovatietrajecten geldt hetzelfde en bovendien is verduurzaming een extra motivatie om tot renovatie over te gaan. Tot slot zorgen beleid en wetgeving ervoor dat duurzame keuzes worden afgedwongen. Anderzijds komt steeds meer innovatie vanuit de IT. Dit zorgt niet alleen voor een toename van de vraag naar bijbehorende installaties, maar ook voor een verandering van het werk en de producten. Net als verduurzaming is dit een ontwikkeling die al jaren aan terrein wint. Een belangrijk gevolg hiervan is dat de grenzen tussen de verschillende deeldisciplines vervagen. Een ander gevolg is dat er meer specialistische systemen worden ontwikkeld waarvoor soms ook specialistische kennis nodig is. Dit maakt het aantrekken van gekwalificeerd personeel ingewikkelder. Er is een ontwikkeling in de bedrijfsdemografie ten opzichte van het type werkzaamheden dat bedrijven uitvoeren. Het aantal kleine bedrijven en zzp’ers neemt al jaren toe. Daarbij werkt een toenemend aandeel van deze kleine bedrijven in de nieuwbouw, met name in de woningnieuwbouw. Het aantal grote bedrijven is de afgelopen jaren behoorlijk stabiel. Wel zien we een toename van werkzaamheden van deze bedrijven in renovatie en onderhoud. Het aantal middelgrote bedrijven is het afgelopen jaar licht gedaald. In hun werkzaamheden ligt de focus sterk op nieuwbouw, met name in de utiliteitsbouw. Het lijkt erop dat een toenemend aantal grotere bedrijven zich sterker op onderhoud en renovatie richt. Centrale rol ET Al langere tijd neemt de elektro een steeds centralere rol in binnen gebouwen. Ook de functie van de installateur verandert hierdoor. De installateur krijgt vaker een adviserende en coördinerende rol in de werkzaamheden. Verduurzaming betekent voor een belangrijk deel ook elektrificatie en digitalisering. Zo werken warmtepompen op elektriciteit in plaats van aardgas, zorgt de toename van elektrische auto’s voor een groei van het aantal laadpalen en is de verwachting dat het aantal accusystemen langzaamaan zal toenemen. Steeds vaker maken dit soort werkzaamheden onderdeel uit van renovatieprojecten. Een andere reden voor de uitbreiding van het werk van de elektroinstallateur is de integratie van intelligente software in steeds meer installatieonderdelen. Deze ontwikkeling zorgt er ook voor dat er vaker een IT- en/of elektrocomponent zit in andere installatiewerkzaamheden. Denk bijvoorbeeld aan automatiseringssystemen of gebouwbeheersystemen waarop elektra, klimaatsystemen en steeds meer andere systemen aangesloten worden. Systemen die meer en meer ook verbonden zijn met internet en waar cyberveiligheid ook steeds belangrijker wordt. Toch zijn de puur technische werkzaamheden vaak relatief eenvoudige veranderingen en dit leidt tot een relatief beperkte stijging van de omzet. Een aanzienlijk deel van de te verwachte omzetstijging is te relateren aan de toename van adviserende, coördinerende en ontwerpende werkzaamheden. Belemmeringen Waar de ontwikkeling aan de vraag- en uitvoeringskant met name leidt tot meer werk en uitbreiding van werkzaamheden, is er aan de aanbodkant (materiaal en arbeid) sprake van belemmeringen. Ook in 2022 was er sprake van flinke prijsschommelingen, vaak prijsverhogingen. Vanaf de tweede helft van 2022 is er sprake van meer stabilisatie en een daling van de prijs van de meeste materialen die in de elektro gebruikt worden. Over de prijsontwikkeling en beschikbaarheid van materiaal voor de komende jaren lopen de verwachtingen uiteen. x Het rapport ‘Economische vooruitzichten 2024 en verder’ is samengesteld door onderzoeksbureau Bouwkennis in opdracht van Techniek Nederland.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=