Elektropraktijk 5 - 2021

# 5 oktober 2021 27 o C l u m n l n a a m Vaarwel grot verlichting plaatst in de categorie onnodig! Echt een foute interpretatie en daar heb ik zelf re- gelmatigmee temaken en dit levert goe- de discussies op. Gaan we in dit project aan de minimale eisen voldoen en meer ook niet. Of gaanwe nadenken over licht en hoe een persoon functioneert in de ruimte? Ik hoor u nu al denken; dat zal wel duurder worden. En ja dat klopt maar is dat altijd relevant? Want als we door een betere verlichting het ziekte- verzuim of de creatieve prestaties van medewerkers kunnen verbeteren dan is het rendement voor de opdrachtgever vele malen hoger dan een bagger licht- oplossing. Voor de twijfelaars onder ons een goede tip. Maak ECHT gebruik van de lichtnormen. In de normvoor binnen- verlichting staan veel punten die invloed hebben op het lichtadvies.Denk aan dag- lichttoetreding, modelling, contrasten, verblindingsbeperkingen en ruimtebele- ving. Lees de EN-NEN 12464-1 maar eens helemaal door en ga niet direct naar de tabellen. Er zijn diverse gereedschappen te vinden die een lichtadvies naar een hoger punt trekken. Bijvoorbeeld bij het deel ruimtebeleving lezen we dat aan- bevolen wordt om wanden en plafond te verlichten. Tussen de 30 en 50 lux ver- ticaal met een gelijkmatigheid van 10 procent. Dit staat al in de norm sinds 2011……… Eerlijk zijn, heeft u dit wel eens gebruikt? In de nieuwe versie van deze norm 2021/2022 editie zijn er zelfs belangrijke stappen gezet betreffende ruimtebele- ving. In een kantoor gaan de eerderge- noemde verticale verlichtingssterktes omhoog. Yes! Voor wanden geldt 150 lux, voor plafonds 100 lux met voor beiden een gelijkmatigheid van 10 procent. Ook voor de gezichtsherkenning in de ruimte zijn er eisen; de cilindrische verlichtings- sterkte wordt 150 lux. Afhankelijk van een zittende of staande positie op 1,2m of 1,6m. Als creatieve lichtontwerper ben ik hier erg blij mee want de aandacht voor de ruimtebeleving wordt groter en beter bespreekbaar. Probeer ook in de eigen lichtadviezen naast de horizontale verlichting ook de verticale verlichting mee te nemen. Doordat we licht op de wanden realiseren kunnen we eindelijk afscheid gaan nemen van de vreselijke grot verlichting. Berry van Egten berry@berluxlichtarchitectuur.nl Ik weet het, dit is een erg rare titel maar als u doorleest wordt het letterlijk helder. Bij het maken van lichtplannen wordt er vaak gekeken naar een minimale eis. Het moet minimaal zoveel lux zijn op het werkvlak of minimaal zoveel op de vloer in de gang. Veel van deze minimale eisen zijn gebaseerd op horizontale vlak- ken. Dit resulteert in voldoende verlichte taakgebieden maar als de aandacht al- leen maar op het horizontale vlak is ge- richt missen we een hoop.Wat bedoel ik er nu mee? Wij, als mensen, hebben een natuurlijk kijkrichting en deze bevindt zich grotendeel in het verticale vlak. We kijken bijvoorbeeld naar iemands ge- zicht, naar een beeldscherm of naar een whiteboard tijdens een vergadering. En wanneer we door verschillende ruimtes bewegen is (hopelijk) onze normale kijk- richting gericht op een verticaal vlak. Dit betekent dat we ook goed moeten na- denken over de verlichting die op wan- den, gezichten en plafonds terecht komt. En nu komt het; dit wordt vaak gezien als niet-functionele verlichting en dus ge-

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=