Elektropraktijk 6 - 2020

21 #6 november 2020 r t i k e l n a a m (SGAM) bieden we alle deelnemers aan het consortium overzicht en structuur”, aldus FritsWattjes. Ook voor BAM is dui- delijk wat de eigen bijdrage zoal behelst. “BAM richt zich op het aanbieden van data-gedreven prestatiediensten”, legt Dennis van Goch uit. Op basis van ken- nis van het gebouw, de gebruiker en de installaties kunnen energiestromen ge- optimaliseerd worden. “Stap één is om op basis van gebouwdata de juiste hoe- veelheid energie te leveren”, vervolgt de BAM-woordvoerder over dewijzewaarop gebouwen deel kunnen gaan uitmaken van het ‘Internet of Energy’ dat de Troef- deelnemers voor ogen staat.“Data uit de transformatoren in het gebouw, gebou- winstallaties én in het gebied is daarvoor noodzakelijk. Daarnaast zijn er mogelijk actieve elektrotechnische installaties nodig om pieken te voorkomen en ener- giestromen te optimaliseren – denk aan batterijen, sturing van elektrische auto’s of last-schakelaars. Niet alles kan vanuit een ‘cloud’worden ontwikkeld.” Daarnaast is BAM samen met Stedin Netbeheer in dit project verantwoor- delijk voor de installatietechnische as- pecten. “De kennis omtrent het fysieke installeren en koppelen van systemen is aanwezig binnen onze organisatie”, zegt Van Goch over dit belangrijke as- pect.“Daarin trekken we zoveel mogelijk samen op met Stedin, zodat we onze ex- pertises kunnen koppelen. We willen op dit gebied een gezamelijke ‘kit’ maken, met aandacht voor meetaspecten, data én het fysiek koppelen van elektrotech- nische installaties.” Frits Wattjes van NEN spreekt in dit ka- der van ‘interoperabiliteit’. “Behalve de ‘fysieke laag’ in de keten van opwekking, transport en consumptie van energie is er in het systeem bijvoorbeeld ook een laag die gericht is op het meten, verza- melen en beheren van die meetdata. En bovendien is er aandacht voor de wijze waarop je met behulp van intelligentie businessmodellen kunt genereren uit die data.” Busines as usual Het uiteindelijk doel van de samenwer- king tussen de genoemde partijen gaat verder dan alleen het ontwikkelen van het LES en de mogelijke CO2-winst die het te ontwikkelen prototype in de toe- komst gaat opleveren. Door samen te werken in dit consortium doen de deel- nemende partijen nuttige ervaring op met het samenwerken buiten het eigen specialisme. En dat is belangrijk in een wereldwaarin‘smart’oplossingen steeds meer usance worden. Het maakt eens te meer duidelijke dat – coronacrisis of geen coronacrisis – de elektrotechnische sector bepaald niet stil staat. Het gekop- pelde ’smart building’ zal in de toekomst ongetwijfeld ‘business as usual’ worden. ConsortiumTroef is een voorbeeld van de manier hoe aan deze ontwikkelingen op innovatievewijze het hoofd geboden kan worden: slimme koppeling van gebouw- systemen vraagt om integrale samen- werking. . Y Met slimme technieken is het mogelijk een ‘internet of energy’ te bouwen.

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=