Elektropraktijk 6 - 2020

19 #6 november 2020 en optimaal kan worden uitgewisseld tussen gebouwen en gebieden. Doel van het te ontwikkelen ‘Internet of Energy’ is het gebruiken van slimme technieken om een zo laag mogelijke CO2-uitstoot te bereiken. “We zijn graag actief in de verduurza- ming van gebouwen”, aldus Dennis van Goch, Program Manager Innovation bij BAM, één van de deelnemende partijen in het consortium. “Als we niet verder kijken dan de voordeur, komen we nooit tot een CO 2 -vrije gebouwde omgeving met realistische kosten. Wij geloven in een actieve rol van gebouwen in de ener- gietransitie. Als we het rendement van verduurzaming voor onze klanten kun- nen verbeteren, komen we sneller tot een gezonde, duurzame en verbonden gebouwde omgeving.” Versnellend effect Behalve BAMzijn uiteenlopende partijen betrokken bij het initiatief. Het consor- tium wordt voorts gevormd door AM, Entrance International, KPN, OrangeNXT, Stedin Netbeheer, Hogeschool Utrecht, Technische Universiteit Eindhoven, Tym- lez én NEN. Laatstgenoemde partij is bij dit initiatief betrokken geraakt tijdens matchmaking-bijeenkomsten die wer- den georganiseerd in het kader van het subsidietraject MOOI van de RVO. “Daar mochtenwe uitleggenwaaromnormali- satie en standaardisatie een versnellend effect kanhebben op innovatietrajecten”, legt NEN-consultant FritsWattjes uit.“De andere partijen waren onder de indruk van onze bijdrage en daaromzijnwe deel gaan uitmaken van het consortium.”Het belang van de betrokkenheid van NEN is groot, beklemtoont Wattjes. Volgens de NEN-consultant verloopt innovatie beter en sneller wanneer betrokkenen bij de marktintroductie van innovatieve tech- nologie vertrouwen hebben in de tech- niek, producten en diensten die ontwik- keld worden. En daarbij speelt betrok- kenheid van het normalisatie-instituut een cruciale rol. Slimme eilandjes Het doel van het consortium is helder ge- formuleerd. “Partijen die betrokken zijn bij de samenwerking hebben commit- ment op het verder brengen van inter- net-of-energy”, aldus Dennis van Goch. Troef is daarbij gericht op het ontwikke- len van een prototype van een gelaagd energie-ecosysteem.Dit prototypewordt gevormd door een 'Layered Energy Sys­ tem' (LES) voor de uitwisseling van ener- gie tussen gebouwen in een lokale ener- giegemeenschap, interfacing-techniek voor koppelen van gebouwen aan het LES-platform en een Internet-of-Energy- platform voor het verbinden van meer- dere lokale energiegemeenschappen. “Als onderdeel van het programma loopt er een subsidie aanvraag bij het RVO in de context van de MOOI-regeling”, vult Van Goch aan.“Het is op dit moment nog niet zeker dat dezewordt toegekend.Ook als we geen toekenning krijgen, gaan de partijen werken aan de missie die Troef zich heeft gesteld.” De door Troef te ontwikkelen energie- ecosystemen zullen op korte termijn in verschillende ‘living labs’ op meerdere locaties in Nederland worden beproefd. Volgens de deelnemende partijen vormt het verbinden van verschillende ‘slimme eilandjes’middels het‘Internet of Energy’ in belangrijke mate de route naar het energiesysteem van de toekomst. Een ‘smart building’ wordt op die manier geen op zichzelf staand object maar on- derdeel van een slim netwerk, in dit ge- val met als doel slimmer om te gaanmet energieverbruik. Met het LES wordt be- oogd de beschikbare data en kennis van gebouwen slim en effectief te benutten, waardoor gebouweigenaren zelf ener- gie kunnen inkopen en energie en CO2- rechten kunnen uitwisselen met andere gebouwen. Datagedreven Het ontwikkelen van LES vraagt om de combinatie van verschillende specia- lismen. De bijdrage van NEN bestaat bijvoorbeeld uit het leveren van een ‘referentie-architectuur’. “Aan de hand van ons door CEN/CENELEC/ETSI ontwik- kelde Smart Grid Architectural Model l n a a m Een consortiumvan tien toonaangevende Nederlandse bedrijven en instellingen is onlangs een samenwerking gestart die met de toepassing van ‘Internet of Ener- gy’ de energietransitie in Nederland wil versnellen. Gebouwen worden als ‘slim- me eilandjes’ aan elkaar gekoppeld om zo het energieverbruik te optimaliseren. Auteur: dr. Henk-Jan Hoekjen. Foto’s: Ravindra Panwar/Pixabay, Gerd Altmann/Pixabay. et coronavirus vraagt op dit mo- ment zo ongeveer al onze aan- dacht. Ook in de elektrotechni- sche branche is de dreiging van het virus maar al te reëel. Hoewel uit cijfers van Techniek Nederland blijkt dat installatie- bedrijven tot nu toe nog betrekkelijkwei- nig last hadden van de coronacrisis, zijn er signalen die erop wijzen dat de situ- atie verslechtert. Zo verwacht driekwart van de ondervraagde ondernemers een omzetdaling in 2021. Tegelijkertijd zijn er natuurlijk lichtpuntjes. Wanneer de coronacrisis (hopelijk) definitief achter ons ligt, is er immers volop werk voor de elektrotechnische installatiebran- che. Reden is dat er in de wereld van de gebouwtechniek momenteel twee sa- menhangende ontwikkelingen spelen die grote repercussies hebben voor de elektrotechnische wereld: verslimming en energietransitie. Verbonden gebouwde omgeving Wie even uitzoomt van de momenteel door Covid 19 enigszins vertroebelde blik, ziet dat deze actuele ontwikkelingen ook in ‘coronatijden’ gewoon doorgaan. Re- cent nog werd bekend dat een consor- tium van bedrijven onder de naamTroef (hetgeen staat voor‘Transparant Reduce- ren van CO2 en Optimaliseren van ener- gie in een Ecosysteem van Flexibiliteit’) aan de slag gaat om gezamenlijk een nieuw gelaagd energie-ecosysteem te ontwikkelen, waarmee duurzame ener- gie op een slimme manier transparant “Wij geloven in een actieve rol van gebouwen in de energietransitie” H

RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=