Elektropraktijk 5 - 2020
#5 oktober 2020 r t i k e l n a a m 17 stallatie die in belangrijkemate het ener- gieverbruik in de installatie bepalen. Het toepassen van aanwezigheidsdetectie, al dan niet in combinatiemet decentrale of centrale schakelmogelijkheden is dan een goede optie.” Bouwkundig ontwerp “Belangrijk is dat het elektrotechnisch en het klimaattechnisch ontwerp ge- ïntegreerd wordt in het bouwkundig ontwerp. Ruimte creëren voor zonnepa- nelen, zonneboilers en energieopslag binnen het bouwkundig ontwerp draagt bij aan een energiebesparend ontwerp en moderne uitstraling. Dat ligt voor de hand, maar ik zie vaak nog een andere praktijk. Een klimaatinstallatie wordt vaak uitgevoerd in een voor die installa- tie gebruikelijk softwareprotocol via een GBS-systeem. De lichtinstallatie wordt in het meest gunstige geval uitgevoerdmet KNX-systemen. Door ook de lichtinstal- latie te koppelen aan het GBS-systeem ontstaat de mogelijkheid verwarming en verlichting per ruimte af te stemmen op gebruik van de ruimte. Daarmee kan inzicht worden verkregen in het gebruik van een ruimte met de mogelijkheid om bijvoorbeeld schoonmaakwerkzaamhe- den daarop af te stemmen. Er is veel mo- gelijk,maar helaas worden nog lang niet alle mogelijkheden benut.” Bestaande elektrische installatie In een bestaand gebouw begint energie- besparing met een gedegen technisch beheer en goede organisatie. “Tijdig vervangen van verouderde armaturen of investeringen waarbij wordt gelet op terugverdientijd zijn essentieel”, aldus Wessels, die een paar mogelijkheden op een rij zet. “Oudere verlichtingsinstal- laties verbruiken te veel energie in ver- houding tot de lichtopbrengst. Met de huidige generatie LED-verlichting, scha- kel- en dimtechnieken zijn besparingen tot 70 procent goed mogelijk. Oudere TL- armaturen, nog voorzien van TLD-buis- lampen (T8), kunnen inmiddels worden voorzien van energie zuinige retrofit LED- buislampen, mits de lichtopbrengst in lumen vergelijkbaar ismet de oude licht- bron. Behalve de besparing op energie gaan LED-buislampen aanzienlijk langer mee, waardoor vervanging minder vaak nodig is. Bestaande hoogfrequente T5- armaturenmet daglichtregeling zijn nog steeds een goed en doeltreffend alterna- tief voor LED-verlichting. Ze zijn in ieder geval energiebesparend ten opzichte van de voorgaande T8-installaties. Ver- vangen door LED-verlichting is daarmee niet acuut nodig en meestal nog niet rendabel. LED-verlichting ter vervanging van bestaande halogeen accentverlich- ting, downlighters of werkplekverlich- ting levert een aanzienlijke besparing in energieverbruik op. Bovendien verlaagt LED-verlichting de warmtelast in de ruimte zodat ook op koelenergie wordt bespaard. Aanwezigheidsdetectie,al dan niet in combinatiemet daglicht afhanke- lijke regeling of lichtbesturingen,maken een efficiënte bediening van een instal- latie goed mogelijk. Vervanging van conventionele TL-noodverlichting door LED-verlichting levert eveneens ener- giebesparing op. Eén op één vervangen is vaak mogelijk met een vervangingskit voor opbouw- en inbouwarmaturen.” Wessels attendeert erop om bij retro- fit LED-buizen te letten op de feitelijke lichtstroom in lumen van de LED-buis in plaats van de veel gebruikte lumen/ wattverhouding. “Vaak blijkt de verlich- tingssterkte in de ruimte na ombouw lager dan voorheen. Ook is het ombou- wen van bestaande armaturen van TLD naar LED niet verstandig. Met name de lichtverdeling van bestaande armaturen is meestal niet geschikt voor de nieuwe LED-buis en de CE-markering (product- aansprakelijkheid) van de fabrikant van het armatuur gaat over op degene die de aanpassing uitvoert. Verzekeringsmaat- schappijen kennen dat fenomeen tegen- woordig maar al te goed.” Y In utilitaire gebouwen – zoals scholen – is de integratie van energiebesparende verlichting in slimme ge- bouwbeheersystemen tegenwoordig meer regel dan uitzondering. (foto: Zumtobel)
Made with FlippingBook
RkJQdWJsaXNoZXIy NTI5MDA=